Pedagogische Didactische Vorming

April 2010

Een verslag door Guido Caerts van een pedagogisch-didactische missie

Pedagogisch-didactische vorming voor leraren en directies is één van de objectieven van “Blik op Afrika”. In dat kader organiseerde de vzw vorig jaar in Kikwit, van 23 februari tot 4 maart 2009 , vormingssessies voor directrices van de scholen van de zusters Annuntiaten uit Congo, Burundi en Kameroen.

Het programma resulteerde inDocZen2010_img_1660_200 een lijvige bundel met verslagen en suggesties. Daarbij kwam van de deelnemers de uitdrukkelijke vraag naar een vervolg. Geen eenvoudige vraag trouwens. Via een ontwerpnota kwam de werkgroep Vorming tot het besluit dat we moesten zoeken naar een concreet toepassingsveld voor wat de directies tijdens de sessies in Kikwit hadden geleerd. Bijvoorbeeld door in elke school een kleinschalig project op te starten dat een zichtbare impact op het schoolgebeuren zou hebben. Uitgangspunt voor het project moest een sterkte-zwakteanalyse zijn, uiteraard met inachtneming van de lokale context. Om het geheel overzichtelijk te houden zouden in een eerste fase enkel de acht scholen in Congo bij het project worden betrokken. De Stuurgroep van de vzw keurde het voorstel goed en trok er 2050 $ per school voor uit.

Twee duo’s werden belast met de opstart:
Fernand Rochette en zuster Guillaumine Clerx trokken naar Kingandu en Kimbongo
Guido Caerts en Paula Veestraeten naar Totshi en Kibangu (Kikwit).

De voorbereiding
DocZen2010_img_1529_200Twee duo’s die elk in vier verschillende scholen aan het werk gaan, dat vraagt om een uitgelijnde gemeenschappelijke aanpak. Vooreerst moesten de scholen gebrieft. Naast een beknopte nota over bedoeling en opzet van de onderneming verstuurden we een vragenlijst waarmee de directies, in overleg met het personeel, onze komst konden voorbereiden. Het werkschema ter plaatse bevatte twee luiken: een uitgebreide schoolanalyse en de concrete uitwerking van een project.

Schoolanalyse

  • Functioneren van directie en administratie
  • Schoolwerkplan
  • Financieel beheer
  • Infrastructuur
  • Personeelsbeleid
  • Communicatie en participatie
  • Schoolloopbaan en leerlingenoriëntering
  • Externe contacten
  • Pedagogisch-didactische aanpak
  • Opvolging van leerlingen
  • Meest opvallende tekorten
  • Remediëring
  • Welbevinden leerlingen en personeel
  • Internaat

Uitwerking project

  • Beginsituatie
  • Doelstelling(en)
  • Strategie: Hoe pakken we het aan? Wat hebben we nodig? Welke mogelijkheden (budget) hebben we? Wie is verantwoordelijk?
  • Timing
  • Opvolging – evaluatie – rapportering

Materiële noden

Stellen dat het onderwijs in Congo met zware problemen kampt is een open deur intrappen. Een groot percentage van de kinderen gaat gewoon niet naar school, omdat ze het schoolgeld niet kunnen betalen. En voor hen die er wel en vaak met veel enthousiasme naartoe trekken, is de behuizing ondermaats, zijn er onvoldoeDocZen2010_img_4639_200nde banken, geen handboeken, te weinig schriften en stylo’s, … Om nog niet te spreken over de penibele situatie van de leraars: ze worden slecht en meestal te laat betaald, en voor vorming en nascholing is er al helemaal geen geld. De schoolanalyse op de vier locaties van de zusters Annuntiaten heeft dat alleen maar bevestigd. Wat niet betekent dat er geen verschillen zijn tussen scholen in een afgelegen gebied of in een stedelijke omgeving, tussen oude gebouwen die dringend aan renovatie toe zijn en locaties waar een compleet nieuwe school wordt gebouwd, tussen instellingen waar de ICT-toepassingen al enkele jaren geïntroduceerd zijn en andere waar de nieuwe technologie in haar kinderschoenen staat of nog helemaal moet opgestart worden. Maar de Congolese context van behoefte aan elementaire didactische voorzieningen is overal aanwezig. Bovendien blijven moderne elektrische installaties en hightech toestellen bijzonder kwetsbaar in een gebied waar technologische vorming en het basisinstrumentarium voor herstellingswerken niet permanent beschikbaar zijn.

En toch sta je te kijken van de veerkracht van deze mensen, leraars en leerlingen. Hoe zij met de schaarse middelen die voorhanden zijn en in vaak overbevolkte lokalen – 50 of 60 leerlingen per klas is geen uitzondering – toch aardig hun best blijven doen. En met welke gretigheid het personeel meedenkt en meewerkt om, via een project waarvoor een beperkt budget ter beschikking wordt gesteld, de kwaliteit van het onderwijs op te krikken.

Didactische aanpak
DocZen2010_img_1995_200
Het zal niemand verwonderen dat in de gegeven omstandigheden de didactische aanpak zich vooral beperkt tot frontaal en repetitief onderwijs. En toch zie je ook alternatieve werkvormen: leerlingen die individueel aan de slag gaan met de leraar als coach, samenwerking tussen leerlingen, wandellessen om terplekke vast te stellen wat erosie is, om naar de boten op de Kwilu te gaan kijken, om de omgeving te verkennen, … Didactische werkvormen die nog verder zouden ontwikkeld zijn, mochten er meer mogelijkheden voor gerichte nascholing en vorming zijn.

Projecten
Omzeggens alle projecten zijn in de eerste plaats gericht op het lenigen van de meest urgente materiële noden: herstellingswerken gebouwen, aanmaak banken, aanschaf elementair didactisch materiaal, mogelijkheden voor ontspanning en parascolaire activiteiten.

Een belangrijk item is ook de verbetering van de levensomstandigheden voor internaatsleerlingen. Voor de meesten onder ons is dat wellicht de meest schokkende ervaring geweest: de erbarmelijke huisvesting van honderden leerlingen, meisjes of jongens tussen 12 en 18 jaar, met twee in een eenpersoonsbed (en wat is een bed in Afrika?), in lugubere zalen, zonder enige vorm van privacy, zonder elektriciteit en vaak zonder sanitaire voorzieningen. Het is een huizenhoog knelpunt waaraan zo snel mogelijk iets moet gedaan worden en dat de volgende jaren zeker meer dan gewone aandacht verdient.

Hoopgevend is dat de leraars overal vragende partij zijn voor het volgen van vormingssessies, al dan niet op locatie georganiseerd. We hebben trouwens van de gelegenheid gebruikgemaakt om in dit verband contacten te leggen, onder meer met de Fondation Banatee*, een vormingscentrum, gevestigd in Kikwit, dat op het vlak van didactische ondersteuning heel wat te bieden heeft.

Besluit

De toestand van het onderwijs in Congo is ernstig maar niet hopeloos. Daarvoor is de overlevingsdrang en de wilskracht van de mensen die wij tijdens onze missie ontmoet hebben, te groot. We zijn er ons van bewust dat de hindernissen veelvuldig en soms onoverkomelijk zijn. En we koesteren niet de illusie dat we met de opgestarte projecten de onderwijsomstandigheden in de betrokken scholen fundamenteel ten goede kunnen keren. Maar precies in deze context is elke stap vooruit, hoe klein ook, belangrijk. Al was het maar om de vlam van de hoop brandend te houden. Misschien is dat, in de huidige algemene verloedering, de belangrijkste betekenis van deze projecten voor enkele Congolese scholen.

In een volgend nummer van Nsangu laten we u kennis maken met Jean en Odette Mupepe, de drijvende krachten achter de privé school en het vormingscentrum (ED)